maandag 11 juni 2012

24 juli 2002: Boogie krijgt het op zijn heupen.

Volgens sommige mensen was het armoe troef in het Nederlandse wielrennen rond 2002.
"We"  hadden geen klassementsrenners,  buiten Michael Boogerd  die meestal ergens rond plaats 10-15 eindigde in Parijs.
Ook gloorde op dat vlak nauwelijks hoop aan de horizon.

Over etappezeges hoefden we echter niet te klagen als het om het Nederlandse kamp gaat.
Goed,  alles bekijken en vergelijken met TI-Raleigh anno 1980 is een beetje hetzelfde als elke Nederlandse zomer na 2003 teleurstellend vinden omdat deze niet zo mooi is als dat zeldzame jaar.

Met Erik Dekker, Leon van Bon, Jeroen Blijlevens, Michael Boogerd en eerder in Tour 2002 Karsten Kroon  had Nederland gewoonweg niet te klagen gehad in de voorbije jaren.

Michael Boogerd reed ook geen onaardige Tour  en was eerder al een keer meegegaan in een vlucht, waarin hij zijn meerdere moest erkennen in David Millar.
Dit was ook niet de ideale etappe voor Boogerd,  aangezien hij vrijwel vlak was.

Boogerd had echter de vorm wel te pakken  en kon nog wel eens iets gaan proberen in de Alpen.

Een paar dagen na de vlucht van Boogerd was er een etappe met de lange beklimming van de Galibier,  de Madeleine en aankomst op La Plagne.
Zo'n etappe waar ik als 16 jarig pubertje in zijn zomervakantie maar eens lekker voor ging zitten.
In de tv-gids stond ook dat de Madeleine de favoriete beklimming is van Michael Boogerd,  dus daar konden we wel iets van verwachten die middag.

Mijn zus wilde ook kijken, maar moest gaan werken  en dus maar een videoband gepakt  en berekend wanneer ik de recorder zou aanzetten om de etappe tot aan de finish op te kunnen nemen.
Ik geloof dat er ongeveer drie uur op een videoband kon.
Ergens in of na de afdaling van de Galibier zou ik de rode recordknop indrukken, zo had ik besloten.  "Want daarvoor gebeurde toch nog niets".

In het begin rijdt het peloton op zijn gemak tegen de flanken van de alpenreus,  want Bossy boss Armstrong had bepaald dat men niet zou gaan koersen voordat  men de laatste kilometers van de col had bereikt.
Ik besluit er eens lekker voor te gaan hangen op de bank in de huiskamer.
Buiten zal het die dag wel niet al te mooi weer zijn geweest, want ik herinner me ook middagen waarin ik buiten,  onder het afdak lekker in de schaduw met een colaatje en of ijsje  naar de Tour zat te kijken.

Vlak onder de top mogen de renners los van de Patron uit Texas.
Bruseghin gaat als eerste  en wordt gevolgd door een groepje vrijbuiters,  waaronder Botero die zijn bolletjes verdedigt  en ook Michael Boogerd is van de partij.
In de afdaling van deze kant van de Galibier heb je ook een stukje bergop naar de Col de Telegraphe.
Boogerd valt hier aan  en krijgt in de afdaling gezelschap van een aantal sprinters  die nog wat puntjes willen pakken in de vallei.

Handig voor Michael,  want die kunnen hem nog even uit de wind houden voordat ze eraan gaan op de Madeleine.
Omdat in het peloton wapenstilstand heerst  kan Boogerd zijn voorsprong uitbouwen  en groeit de hoop op een ouderwetse Nederlandse ritzege in een bergetappe,  de koninginnenrit zelfs  met drie buitencategorie klimmen.

De spanning loopt op.
Boogerd als eenzame fietser tegen de wind  in de vallei tussen Madeleine en La Plagne die als een minder bekende variant op  "hollandse berg" Alpe d'huez eens opgenomen is in de Tour.

Ruim 16 kilometer telt die puist aan hellend wegdek.
Boogerd begint met 7 minuten voorsprong  en op het begin ziet dat er prima uit: Armstrong en de zijnen zijn nog niet meteen in voor het de hoogte ingooien van het tempo.

Tot Sastre ineens besluit dat hij nog wel zin heeft in een gooi naar succes.
Deze rijdt in vrij rap tempo een minuut van de voorsprong af,  terwijl Lance meeglipt.
Ik heb de neiging om, net als Boogerd, het puntje van mijn zetel te verlaten en ook te gaan staan en hem die laatste 10 kilometer door te helpen  met aanmoedigingen  en virtuele duwtjes tegen zijn dansende achterlijf.

Wat duren die laatste kilometers lang..

Commentatoren die al de hele dag in een hokje zitten te praten over alles wat los en vast zit aan het wielrennen, Boogerd en de Alpen beginnen nu voorzichtig steeds meer bevestiging te krijgen van de hoopvolle woorden die ze al uren gebruiken.
Het muffe commentaarhokje begint te bruisen  en ook de stille woonkamer waarin ik me bevind is opgeslokt door de beelden op tv.
Hoewel Sastre en Armstrong fris ogend naar boven fladderen is de afstand nog groot.
Bij Boogerd is de meeste glans wel weggeschuurd door de ruige klim.

Pas op zo'n  kilometer is het echt duidelijk dat het duo  te laat gaan komen.
Michael Boogerd rijdt onder het vod door  en harkt vermoeid maar voldaan richting de bloemen.

Mart Smeets vraagt zich af waar Boogerd nu zit,  maar Breukink is scherper en merkt op dat hij nog 500 meter van de verlossende fiatlogo's en witte kalklijn af is.
Mart merkt op dat Boogerd nu 500 meter te gaan heeft,  terwijl een paar tellen later de twee achtervolgers te zien zijn,  vlak bij de rode vod.
De droge opmerking van Mart dat ze op 527 meter en 80 centimeter achter de Hagenees rijden leidt de ontlading van een spannende rit in.

De ontlading volgt definitief met de befaamde witte prodentgrijns van Boogie.
"Kijk,  dit is lachen,  mag ik uw gebit even zien?"  merkt Smeets op,  om daarna het verloop van Boogerds etappe beknopt op te sommen.

Na de 1-2-3  op Quatorze Julliet  ook de koninginnenrit voor Nederland.
Als was het compensatie voor een gemist WK voetbal.

Net als Boogerd haalt ook de videoband het tot het einde:  slechts enkele minuten nadat Boogerd uitbolt en zijn amulet kust is de band vol.

Inmiddels zijn we tien jaar verder en hebben we wel Youtube in plaats van videobanden, maar al jaren geen Nederlandse Toursuccessen meer.

Waarvan je overigens nooit nooit moet zeggen,  want de pech en fouten raken ook wel eens op zou je zeggen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten