Wanneer de Oranjegekte gestild is, tenminste als het om voetbal gaat, kan de volgende oranjegekte beginnen: die van de Tour.
De ideale gelegenheid om kennis te maken met de wielersport voor mensen die geen wielrennend familielid hebben of een UCI, danwel ASOlid.
Ook voor mij is het zo begonnen, met de Tour van 1999 en toegegeven: de nodige dummievragen aan mijn inmiddels in de wielersport al aardig ingewijde zus: "waarom sprint Boogerd niet mee om puntjes?" "is Lance Armstrong familie van Neil, aangezien hij zo goed omhoog gaat?" en "is die Jack Indurain een broer van Indurain? (dat was dus Jacky Durand)"
Voor degenen die voor het eerst de Tour of een andere (vaak leukere) koers zien:
Als Gesink, Mollema of een andere Nederlander niet met de besten meekan zijn ze niet meteen prutsers.
Sowieso is geen enkele renner in de Tour slecht, maar kan wel uit vorm, ziek of geblesseerd zijn.
Anderzijds kan maar een man de etappe winnen en rijdt in de Tour doorgaans de top van het wielrennen, in topvorm.
Thomas Voeckler is geen irritante Fransman: dat lijkt hij wel, maar zijn manier van koersen maakt een boel goed.
Hij valt aan en weet als renner die niet goed kan klimmen, tijdrijden of sprinten wel een mooie erelijst bijeen te rijden.
Daarnaast kon hij er niets aan doen dat Johnny Hoogerland door een blinde ezel in het prikkeldraad werd gelanceerd en Thomas daarna door wilde koersen.
Wielrennen is namelijk een keiharde sport waarin men niet gaat wachten op een gevallen renner, wanneer deze waarschijnlijk te gewond is om nog terug te komen.
In sommige uitzonderingen gebeurt dat wel: Armstrong wachtte op Ullrich toen deze toch al praktisch verloren had, maar Ullrich was zo dom om eens op Armstrong te wachten toen hij hem nog kon verslaan.
Ga er maar vanuit dat iedereen doping gebruikt, net als in andere sporten.
Dat scheelt teleurstellingen.
Cadel Evans is niet een renner die nooit aanvalt.
Zelfs verschillende commentatoren roepen dit, of doen bij iedere aanval van de Aussie opnieuw quasi verbaasd, maar Evans valt wel degelijk aan.
Niet aanvallen is meestal ook geen schande: soms kunnen renners gewoon niet meer dan de betere klimmers volgen.
Het nieuwe wielrennen (stokpaardje van Maarten Ducrot) is wielrennen met talloze dopingcontroles en een biologisch paspoort, plus de zogenaamde whereabouts (moeten laten weten waar je bent zodat ze je kunnen bezoeken voor een controle).
Het is de sportieve "1984" van George Orwell.
Waaiers zijn er niet tegen de hitte, maar het is een formatie die het peloton aanneemt wanneer de wind schuin van voren komt en de renners in deze formatie fietsen om minder luchtweerstand te hebben.
Echter gebeurt het dan dat het peloton in stukken breekt en de voorste groep dan soms niet meer in te halen is door de renners die de eerste waaier missen.
Vroeger waren vooral Nederlandse renners hier goed in, nu lijken ze vaker de slag te missen.
Over de vaak genoemde chasse patat heb ik een stukje geschreven.
Sowieso is het aan te raden om eens door de berichten op deze blog te bladeren (als je dit al niet deed).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten