Een klimmer kan een haast uitgelezen sprinterskoers winnen. Dat bewees onder meer Richard Virenque in Parijs - Tours 2001.
Vijf jaar eerder had hij het al eens geprobeerd, maar toen werd hij op slechts 500 meter van de meet opgepeuzeld door het peloton.
De Fransman kwam in 2001 terug van een schorsing van acht maanden en had alleen een Vuelta in zijn benen zitten.
In de Vuelta had hij het ook al eens geprobeerd in een ontsnapping met aankomst op het vlakke en moest hier Beat Zberg voor zich dulden.
Dát zou in Parijs-Tours net anders lopen.
Na 22 kilometers koers ging hij er vandoor met landgenoot en gepatenteerd vluchter Jacky Durand en het peloton zag haar kans schoon een rustmoment in te lassen en zo het duo 17 minuten voorsprong te gunnen.
Uiteraard werd dit verschil weer langzaam tenietgedaan toen Tours naderde en ook het feit dat Jacky Durand stukzat hielp niet.
De veelvuldige bergkoning van de Tour besloot een klimmetje te gebruiken als springplank en ging solo verder.
Dat bracht succes want hoewel hij nog maar 45 seconden had met 10 kilometer te gaan wist hij stand te houden.
Freire vond zichzelf terug op de tweede plaats; een paar tellen na de blije fransman.
Voor "Oscarito" zou het een week later toch raak zijn toen hij zijn tweede regenboogtrui veroverde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten