dinsdag 18 oktober 2011

Tour 2012: minder tegen de bergen op, maar meer tegen de klok

Hoewel het rittenschema eerder was uitgelekt als was het de troonrede is hij op de derde dinsdag van oktober gepresenteerd.
Het gaat niet zo'n zware tour worden, want de klimkilometers dalen en de tijdritlasten zullen stijgen.
Andy Schleck kondigde al aan om meer op zijn tijdrit te trainen terwijl Cadel Evans en Alberto Contador iets rustiger kunnen slapen.

Waar de Giro al haar profielen en routes al online heeft staan wordt hier bij de tour tot juni voor een groot deel nog geheimzinnig gedaan.

De Tour begint in Luik met een proloog van 6 km
De volgende dag zal de etappe eindigen op een heuvel bij Seraing, zoals dit jaar het geval was in de Vendee.
Na seraing gaat het peloton van Vise naar Tournai (Doornik) en dus wellicht over een paar vlaamse klimmetjes, maar een vlakke finish.
Net als de etappe naar Seraing eindigt de etappe naar Boulogne Sur Mer na een klimmetje en de renners hebben er wat stevige pukkels opzitten alvorens aan te komen in de kuststad (en geboorteplek van onder meer Ribery).
De volgende etappe voert van Abbeville naar Rouen en kan wel eens uitlopen op waaiers.
Hierna is het waarschijnlijk weer een paar ritten voor de sprinters, tot de zevende etappe op zaterdag 7 juli: het peloton moet zich opmaken voor een aankomst op vogezencol La planche des belles filles.
Dit is een bekende klim uit de cyclosportive Les trois ballons en heeft stijgingspercentages tot 13% klaarliggen.

De weg is zelden vlak in etappe 8, wanneer er van Belfort naar Porrentruy gereden wordt en men over zes Juraklimmen moet.
Na deze aardig zware rit mag de tijdritfiets en helm weer uit de kast voor 38 km hardfietsen bij de tijdritstad bij uitstek: Besançon.
Besançon was altijd een stad van gerenommeerde onderzoeken naar tijd en microtechnologie. In 2004 was het Lance Armstrong die hier het snelste onderzoek naar tijd op de fiets wist te volbrengen.
Nu wordt er dan gezocht naar zijn opvolger.















Na de tijdrit is er een rustdag alvorens de Grand Colombier wordt beklommen in de tiende etappe.
De volgende dag liggen er meerdere alpenreuzen klaar: Col de Madeleine, Croix De Fer met de Mollard en als finish La Tousuirre (voor het eerst in 2006 beklommen, Rasmussen was winnaar).
Veel alpencols volgen er niet meer, of het moeten twee beklimmingen zijn in de eerste helft van etappe 12. Deze etappe eindigt echter vrij vlak.
De volgende dag eveneens, maar ook deze kan waaiers opleveren met de zeewind in de juiste sterkte en richting.

Ook de zondagetappe is op papier nog niet indrukwekkend te noemen: twee colletjes en dan op weg naar Foix.
Geen voorbode voor een traditionele pyreneënrit naar Pau: Pau wordt via een vlakkere weg bereikt ditmaal.
Volgende etappe naar Bagneres de Luchon zal wel een Tourmalet, Aspin en Peyresourde bevatten en finishen na de afdaling van die laatste col.

Ook de volgende etappe gaat over een aantal cols, waaronder de Menté, Port de Bales en komt aan op de Peyragudes (Een vrij onbekende klim die ook nog niet eerder opgenomen is in de Tour).
Na de bergen is er nog een tijdrit over 52 kilometer naar Chartres, gevolgd door de finale in Parijs.

Het klimmen op de helling en tijdrijden in de lift, maar wel zonder ploegentijdrit.
Dit lijkt op het eerste oog een saaie Tour, maar wellicht muist er een type Voeckler, Pereiro of Arroyo vandoor in een van vele tussenritten.
Bovendien zijn drie aankomsten bergop vrij modaal voor de Tour de France.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten