De finale met de capi (met tegenwoordig ook de toegevoegde La Manie) en de Poggio vlak voor de havenstad San Remo is niet makkelijk met ruim 250 kilometer in de benen.
Echter blijven er de laatste 15 jaar in de regel genoeg sprinters en hun ploegmaten over om er een massasprint van te maken.
Deze massasprint op de Lungomare, of voorheen de Via Roma wordt meestal door een grote naam gewonnen.
In 2004 loopt de koers ook uit op een massasprint, pogingen van Dekker, Vicioso en een Bettini met een dosis Grinta die de sterkte van een dubbele espresso ruimschoots ontstijgt op de Poggio waren leuk geprobeerd, maar geen lang leven beschoren.
Het peloton raast de Via Roma op en Erik Zabel wordt gelanceerd, hij kent de stenen van de Via Roma als geen ander: vier keer gooide hij zijn voorwiel al als eerste over die witte lijn even verderop.
Nu gaat het dan weer gebeuren, een vijfde maal en daarmee gaat hij de legendarische Bartali in de all-time zegelijst definitief van de derde plek verdringen.
Nog 20 meter, Erik denkt dat er niemand meer langszij kan komen en richt zich op.
De in magenta gehulde armen van Erik reiken al bijna naar de hemel, het voorwiel zoekt de streep.
Plots is er iets dat niet klopt: in de rechterooghoek van Erik doemt een tweede voorwiel op, het is Oscar Freire die een van zijn befaamde jumps heeft geplaatst.
Luttele centimeters en milliseconden voor Zabel passeert diens voorwiel de finishlijn.
De finishfoto toont vervolgens een ongeƫvenaarde uitdrukking van de term "te vroeg juichen".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten