dinsdag 27 december 2011

Afzien op de fiets.


Wielrennen is vaak afzien en soms dan ook écht goed afzien.
Hitte, harde wind, kou, regen, soms zelfs sneeuw.
Onherkenbaar door de modder of stof in Parijs - Roubaix of als een verzopen kat na een lange koers in de stromende regen.







Na de koers van je fiets vallen of getild moeten worden van de krampen, aan het zuurstof moeten, doorgaan tot je er bijna letterlijk bij neervalt.

Johnny Hoogerland valt met een hoge snelheid in het prikkeldraad, akelige verwondingen, bloed en pijn.
De Zeeuw zet de tanden op elkaar, huilt even aan de finish maar haalt ingepakt in het verband Parijs.

Eddy Merckx wordt tijdens zijn poging op de zesde Tourzege te halen op zijn lever geslagen door een achterlijke Fransman (in Tourtijden soms een pleonasme).
Een gevoelige tik, net als de val waardoor hij zijn kaak breekt.
Alleen nog door een rietje etende bereikt hij toch als tweede de Champs Elysees.

In Parijs - Roubaix is het vaak droog, maar in de regen is het net de cyclo-cross.
Alleen nog aan de manier van fietsen of de grimas op het gezicht zou je kunnen aflezen wie er nu op kop rijdt.

Beestenweer

Paolo Bettini wint in 2005 de Zuri Metzgete in de stromende regen.
Waar driekwart peloton afstapt of bibberend rondrijdt trekt de "krekel" zijn arm - en beenstukken uit.
Niets afzien, maar jezelf op een andere planeet wanen.
Bettini komt dan ook minuten eerder aan in Zurich en kan dan toch wel lekker warm gaan douchen.
Alle overbodige ballast kan weg.

Dit staat nog in schril contrast met de winterse omstandigheden op de Gavia in de Giro van 1988.
Johan Van de Velde, Erik Breukink en Andy Hampsten speelden de hoofdrol in deze koude heroïek.
Johan, bezig met een vlucht, ontdeed zich van zijn extra kleding voor de klim.
Maar onderschatte het feit dat regen in het dal kan betekenen dat het op 2600 meter hoogte heerlijk staat te sneeuwen.
Terwijl ze Johan ontdooien in een auto, bibberen en glibberen Breukink en Hampsten naar beneden.
Breukink wint dit duel der ijskonijnen, terwijl achter de twee renner onderkoeld binnenrolden en anderen weer ongestraft in de auto mochten kruipen om zo de meet te halen.

Zo zijn er nog een aantal grootste voorbeelden van de hardheid die vereist is om wielrenner te worden en te blijven.
Deze komen nog wel aan bod in de aanloop van de koersen van komend jaar (te denken aan Luik - Bastenaken - Luik 1980).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten