Er waren vele mensen die klaagden over een parcours.
Te weinig echte bergen, teveel saaie tijdritten.
Eigenlijk valt dat reuze mee: in de tijden van Lance had je ook Tours met twee lange tijdritten, vaak ook nog een ploegentijdrit en een proloog.
Er werd daarnaast op bijna evenveel bergen aangekomen als dit jaar.
Tijdritten zijn daarnaast niet saai.
Alleen al het verschil in ritme, houding en kunst om het bovenlichaam zo stil mogelijk te houden is interessant om te zien.
Bradley Wiggins verstaat als een van de weinigen de kunst om dat bovenlichaam stil te houden.
De ploegleider zou een kopje koffie op zijn rug kunnen zetten en het blijft netjes staan.
Cancellara en Martin kunnen dit ook en het mag uiteraard geen wonder heten dat ze de wereldtitel hiermee betwisten.
Helemaal stil blijven zitten hoeft niet altijd het recept voor een snelle tijdrit te zijn.
Santiago Botero en Sergei Gontsjar al ooit zien hakken op de grootst mogelijk versnelling?
Bij die mannen dacht je, wanneer je ze van veraf zag aankomen, dat ze bezig waren met een voor de toeschouwer onzichtbare Angliru, maar ze wonnen op die manier toch een aantal grote tijdritten.
Voor volgend jaar dan wellicht weer minder tijdritkilometers, maar in plaats van een proloog gewoon beginnen met een lange tijdrit of zelfs een klimtijdrit, zodat er meteen verschillen zijn en de ijdele hoop leeft dat er wat minder wordt gewrongen en gevallen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten