Topfavorieten aan de start van de Giro 2006 waren naast Ivan Basso ook de regerend winnaar Savoldelli, Cunego, Simoni, Rujano.
Voor Jan Ullrich was een figurantenrol weggelegd, want hij was nog wat te zwaar en kwam in de Ronde van Romandie nog veel tekort.
In de Tour zou het nu wel allemaal goedkomen met Der Jan, zo was in elk geval beloofd.
Het zwaartepunt van de Giro ligt in de laatste week: dan zijn er eigenlijk constant loodzware bergetappes, met als hoogtepunt die naar de Kronplatz.
Waar in 2005 de Finestre al opzien baarde, is deze klim de overtreffende grindtrap van de Finestre.
Met onmenselijke stijgingspercentages en verhalen van renners die een verkenning deden die wellicht beter vlak voor de beklimming de racefiets zouden kunnen verwisselen voor een crossfiets met een triple.
Waalse Antipasti
In de beginfase deelt titelverdediger Savoldelli de tikken uit: winst in de proloog, bij de voorsten in de aankomst op de Citadel van Namen en dus goed bij de pinken na al een prima Ronde van Romandie.
Echter: de Giro 2006 is er eentje waarin je pas in absolute topvorm dient te zijn in de laatste week.
Deze laatste week (als we de vlakke rit naar Milaan op de zondag niet meetellen en een vlak tussenritje) bevatte in 6 etappes voor het gemak de Monte Bondone, Pordoi, San Pellegrino, Fedaia, Staulanza, Grand St. Bernard, Simplonpass (Sempione), Tonale, Gavia, Mortirolo en het hallucinante geitenpad van de Kronplatz.
Om over de beklimmingen die niet steil en/of tot hoge hoogtes leidden nog maar te zwijgen.
Na de vroege rustdag is het peloton terug in Italie alwaar de ploegentijdrit de eerste scheurtjes lijkt te gaan vertonen in de Giro van Il Falco.
Discovery is zonder Armstrongformatie 39 seconden te klein voor CSC en de net iets tragere T-mobile, waar het Lampre van Cunego nog minder in de melk te brokkelen heeft en een dikke minuut verliest en Simoni mag bijna anderhalve minuut bijschrijven.
Gontsjar neemt daar de roze trui.
Markse secondi
Het voorspel voor de eerste aankomst bergop ligt in het op en af gaande Le Marche.
Waar Rik Verbrugghe in de hellende straten van Saltara op hangen en wurgen zijn dagzege redt is Savoldelli tweede, maar zijn uitdagers Basso, Simoni en Cunego blijven nu goed in zijn spoor, maar rujano bleef bij Der Jan in de buurt, op achterstand van de knikkers.
Basso oogde bovendien erg fris in de etappe: hij zat bijna letterlijk te lachen in de zwaarste beklimming van de dag, terwijl de rest al redelijk zat te puffen.
Alsof Ivan nog wel een rondje Marche kon doen, om maar niet met de wetenschap van nu te zeggen waarom hij dat zo makkelijk deed.
Met de scherpe Savoldelli, de lachende Ivan, de immer gevaarlijke Simoni en Cunego die ook goed oogde komt een eerste serieuze test in beeld: de Passo Lanciano.
Na een lange vlakke aanloop die de brute omschakeling voor veel klimmers nog aardig pijnlijk kan maken, dat wel.
Het tempo ligt hoog, langs de kust en dat tempo wordt er ingehouden als het peloton de slotklim opdraait, weliswaar lagere snelheid, maar het blijft wel een strak tempo dat bepaald wordt door Basso's teamgenoot Sastre.
Carlos beukt met zijn tempo, zonder een noemenswaardige aanval door tot er nog een elitegroepje over is, zonder Gontsjar en Rujano.
De laatste komt er even verderop toch weer bij om zijn stuivertje te wisselen met.. Savoldelli.
Zijn sterke eerste week moet de valk nu al terugbetalen en een afdaling volgt ook niet meer.
Naast het passen van de Valk doet Di Luca een elastiekje aan het achterwiel van Rujano, maar de rek gaat er eigenlijk steeds verder uit.
Rujano heeft het elastiek ook doorgeknipt, want hij rijdt brutaal een paar meter voor de groep nadat Sastre wat begint in te zakken.
Het is ook het sein voor Cunego om maar eens te kijken wie hem kan volgen.
Damiano krijgt net als Rujano wat meters, maar Basso rijdt er ala Ulle op tempo heen.
Wat er volgt is niet eens wat er normaalgesproken vaak gebeurt: twee toppers die elkaar vinden, naar elkaar kijken en nog wat kilometers pokeren.
Al contrario!
Ivan rijdt maar meteen door, zonder dat Cunego ooit maar lang in dat achterwiel kon blijven hangen.
Aan de finish is dit een halve minuut, voor Cunego en outsider Enrique Guttierez.
De rest gaat al richting of over de minuut.
Overmacht ten top, maar met de inzinking van 2005 in het achterhoofd op de Stelvio en het slot van de Giro nog vrij ver weg was natuurlijk nog niets zeker.
Zware Primi
In de aanloop voor die gevreesde week is er nog een tijdrit in de omgeving van Pisa.
Ivan Basso neemt het op tegen een leger favorieten die zowaar nog slechter zijn dan hem in die tak van sport.
Bij CSC kan echter iedereen tijdrijden en zo ook de mooie Ivan, zijn tijdrit is zelf zodanig dat er maar een renner sneller is gebleken: Jan Ullrich.
Der Jan had zich netjes uit laten zakken in de bergen, maar ging toch even een tijdrit aangrijpen om zijn vormpeil te checken.
Concurrent met minste schade in de tijdrit: Savoldelli, met bijna een minuut op Basso, terwijl Cunego maarliefst 5 minuten langer over de 50 kilometer doet.
Ouderwets afzien wordt het in de rit naar La Thuile, die als inleiding van de Week fungeert.
Waar het weer zich regelmatig van zijn slechtste kan laat zien is er de gemene klim van de Colle San Carlo die Rujano en maatje Serpa wel goed liggen.
Zij mogen van Ivan even spelen, voordat Ivan Basso in zijn roze tricot de rest van de voorwachten achter laat in de regen.
Dtimaal kan alleen Piepoli bij hem blijven, die dan in de kletsnatte afdaling naar La thuile meer risico durft en kan nemen.
Voor Basso is de klimmer van Saunier Duval geen gevaar en de rest komt, omdat beiden op de klim al een minuut wegreden niet meer terug.
Simoni en Enrique guttierez geven een halve minuut toe op Ivan en de rest komt, soms bevangen door de kou, trillend en bevend op een minuut of nog meer binnendruppelen.
Rujano komt nooit aan in La Thuile, hij is ergens in de afdaling gevallen en is vervolgens bibberend in de ploegleiderswagen gestapt: geen weer voor een koffieplanter.
De week die volgt is simpelweg eentje van een Basso die geen meter wijkt en geen of minder zwakte toont ten opzichte van de concurrenten.
De Kronplatz wordt door het aanhoudende slechte weer geschrapt en wat rest is de koninginnenrit over de Tonale, Gavia en Mortirolo met finish op de Passo Aprica.
De rit is voor de al goed gegeselde renners een marteling waar menig masochist een natte droom aan overhoudt.
Ditmaal niet het weer, maar wel de botte zaag die drie weken Giro heet, die de benen nu bijna helemaal doormidden heeft weten te zeuren.
Op de Mortirolo blijven Basso en Simoni eigenlijk nog als enige over van de uitgeputte groep.
Basso daalt opnieuw als een oude dame, maar Simoni blijft netjes bij hem.
Het credo van Gibo luidt dat hij met Basso naar de finish rijdt: Basso roze, Gilberto de zege.
De kersverse vader in Ivan gelooft echter meer in een ererit voor zijn jonge telg en versnelt op het lopende stuk naar Aprica.
Simoni kan alleen nog maar smeken om zijn moeder in plaats van aan zijn nageslacht te denken, kraakt en bijt zijn tanden compleet kapot.
Basso wint, de rest is "tutti cadaveri".
Zoals een reddingswerker aangeslagen liet weten tijdens de bergingswerkzaamheden na de mijnramp in Marcinelle,
Een zwarte gebeurtenis waaraan de eerste ritten op Waalse gronden van deze editie waren gewijd.
Ivan Basso wint de Giro als een echte verschrikker, vermomd achter een mooie lach met een voorsprong die van zijn concurrenten alleen Simoni kon benaderen in een Giro dei dopingrazzie.
9 minuten op numero 2 Jose Enrique Guttierez en al 11 minuten voor Simoni.
De volgende doping"razzia" zou echter niet lang op zich laten wachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten